Vaginale stuitbevalling

U kunt ervoor kiezen vaginaal te bevallen.
U bevalt dan in het ziekenhuis onder begeleiding van een gynaecoloog.
Uw partner en andere naasten mogen bij de bevalling zijn.

Bij de bevalling zijn meestal nog meer zorgverleners aanwezig.
Bijvoorbeeld een klinisch verloskundige, verpleegkundigen en een kinderarts.


De bevalling

Bij een vaginale stuitbevalling wordt het hoofd niet als eerste, maar als laatste geboren.
Dit kan soms problemen geven.
Daarom zet de gynaecoloog soms een knip in het perineum (het gebied tussen de vulva en de anus).
Dit noemen we een episiotomie of epi.
Hierdoor gaat de geboorte van het hoofd makkelijker.

Een stuitbevalling lijkt verder veel op een bevalling van een baby in hoofdligging.
U kiest samen met uw gynaecoloog in welke houding u wilt bevallen.
Bijvoorbeeld op uw rug, of op uw handen en knieën.
Ook kunt u kiezen voor pijnstilling. Bijvoorbeeld een ruggenprik.


Na de bevalling

U kunt uw baby na de bevalling meteen borstvoeding geven.
Gaat alles goed met u en de baby? Dan mag u dezelfde dag naar huis.